De belangrijkste luchthaven op het Indonesische eiland Bali is uit voorzorg gesloten tot en met dinsdag. Dit in verband met de as die uit de vulkaan Agung komt.

Het ministerie van transport van Indonesië heeft dinsdag bekendgemaakt dat de luchthaven ten minste tot 07.00 uur op 29 november (lokale tijd) gesloten blijft.

Een rapport van de lokale luchtverkeersleiding heeft aangetoond dat “de routes van de vliegtuigen verstopt zitten met vulkaanas”, zo liet het ministerie weten

Vulkaanas is gevaarlijk omdat het turbines van straalmotoren kan beschadigen, brandstof- en koelsystemen kan verstoppen en piloten het zicht kan belemmeren.

Ruim vierhonderd vluchten zijn geannuleerd en tienduizenden reizigers zijn gestrand op Bali. KLM had eerder laten weten tot nader order niet naar Bali te vliegen. De luchtvaartmaatschappij roept reizigers die een vliegticket voor dinsdag, woensdag en donderdag hebben op die vlucht om te boeken of te bekijken of ze in aanmerking komen voor terugbetaling.

Dreigingsniveau opgeschaald

De Indonesische autoriteiten hebben het dreigingsniveau rond de vulkaan opgeschaald naar het hoogste niveau. Mensen in een straal van 10 kilometer van de vulkaan wordt geadviseerd het gebied onmiddellijk te verlaten. Veel eilandbewoners zien een vulkaanuitbarsting als gegrom van de goden.

De vulkaan heet in het Indonesisch Gunung Agung. Gunung betekent berg en Agung betekent groots. Het is met 3.142 meter de hoogste berg op het eiland. De bevolking ziet de vulkaan als heilig, en als woonplaats van de goden.

De vulkaan ligt in het noordoosten van Bali, op ongeveer 70 kilometer van de drukke badplaatsen Kuta en Seminyak. Op de hellingen van de vulkaan liggen voornamelijk rijstvelden, met hier en daar een budgethotel. Tot op ongeveer 1000 meter is er landbouw. De berg is ook populair bij beklimmers, maar geadviseerd wordt een gids in te huren.

Incidenten in het verleden

Dat het vliegverkeer platligt door de aswolken is niet verwonderlijk. In het verleden zijn er een aantal opmerkelijke incidenten gebeurd.

Op 24 juni 1982 vloog een vliegtuig van British Airways per ongeluk door een aswolk door de uitbarsting van Mount Galungung op Java, Indonesië. De vlucht ging van Kuala Lumpur naar Perth. Vrijwel direct hielden de motoren ermee op en werd de cabine gevuld met zwavelige rook. De jumbojet werd onbestuurbaar en een herstart van de motoren bleek op dat moment niet mogelijk.

Het vliegtuig verloor ruim zeven kilometer aan hoogte, voordat de piloten een herstart konden uitvoeren op 3.600 meter. Wat bleek? De gesmolten as had de vier turbomotoren van Rolls-Royce verstopt. De herstart was (gelukkig) mogelijk omdat de as koel, gestold en afgebroken was.

Dat was niet het einde van het avontuur. De piloten hadden daarna te maken met zeer slecht zicht. Met een snelheid van 560 kilometer per uur was de binnenkant van het vliegtuig compleet gezandstraald met as. Door te navigeren via een zijraam werd er geland op de luchthaven van Jakarta. Alle 248 passagiers en 15 bemanningsleden bleken ongedeerd. De passagier Eric Moody heeft over het incident een blog geschreven.

Zeven jaar later moest KLM een noodlanding maken in Alaska na een vergelijkbaar incident. Een aantal motoren van de 747 viel uit door vliegen door vulkaanas. Vervolgens moest er een noodlanding gemaakt worden in Anchorage, Alaska.

Na deze serieuze incidenten hebben luchtvaartmaatschappijen hun les geleerd. Vliegen in de buurt van vulkaanuitbarstingen is gevaarlijk voor alle betrokkenen en leidt tot torenhoge kosten voor de luchtvaartmaatschappijen.